Een mobilofoon, ook wel radiotelefoon installatie genoemd, is speciaal ontworpen voor gebruik in voertuigen om contact te onderhouden met een basisstation en tussen voertuigen onderling. Het gebruik van mobilofoons is onderhevig aan vergunningen die worden afgegeven door het Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (voorheen bekend als Agentschap Telecom en daarvoor de Radio Controledienst of RCD). Deze vergunningen zijn essentieel omdat mobilofoonnetwerken vaak een beperkt omvang hebben, vanwege de noodzaak van directe radioverhoudingen tussen mobiele posten en basisstations. Over het algemeen werken mobilofoons op frequenties in de VHF- en UHF-band, waarbij betrouwbare communicatie over afstanden tot enkele tientallen kilometers mogelijk is. 

De geschiedenis van de mobilofoon

De oorsprong van de mobilofoon gaat terug tot het begin van de jaren ’30 van de twintigste eeuw toen het voornamelijk voor militair gebruik werd ontwikkeld. In Nederland werden vanaf het midden van de jaren dertig ook mobilofoons verkocht aan hulpdiensten en bedrijven, zij het in beperkte aantallen. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog waren er ongeveer 150 mobilofoons in gebruik in Nederland. Na de oorlog werd de mobilofoon een algemeen verspreid communicatiemiddel.

Het gebruik van een mobilofoon

Mobilofoons vinden hun toepassing bij openbaar vervoersmaatschappijen, politie, brandweer, marechaussee, ambulance, Rijkswaterstaat en andere overheidsinstanties. In 2005 introduceerde Nederland een nieuw communicatiesysteem genaamd C2000 dat werd aangenomen door de Nederlandse politie, brandweer, ambulance en marechaussee. Veel van de oude maar nog steeds functionele apparatuur werd toen gedoneerd aan zendamateur-verenigingen. 

Een mobilofoon is een radio-installatie die gebruikt wordt in voertuigen voor het communiceren met het basisstation en tussen verschillende voertuigen

UHF en VHF mobilofoon

Bij mobilofoons wordt vaak UHF of VHF aangegeven, dit staat voor de frequenties waarop de mobilofoon actief is. Wanneer er VHF (Very High Frequency) staat dan betekend dit dat de berichten over frequenties gaan van 30 tot 300 MHz en een golflengte hebben van 1 tot 10 meter. Bij UHF (Ultra High Frequency) gaat dit over een frequentie van 300 tot 3000 MHz met een golflengte van 100 tot 1000 millimeter.